Gerbert Oosterlaken uit het Brabantse Beers experimenteert samen met een handvol andere innovatieve varkenshouders met het los laten lopen van zeugen tijdens de kraamtijd. De uitval van biggen en de kosten zijn hoger dan bij een traditionele manier van werken. Toch is Oosterlaken positief, want het percentage zeugen dat alsnog in de box moet tijdens de zoogperiode is laag (5-7%). Bovendien is verdere verbetering te bereiken door te fokken met de beste zeugen op dit gebied. “Over vijf jaar zijn onze zeugen natuurlijke moeders.”
Voor het natuurlijke moedergedrag van zeugen is de laatste decennia weinig aandacht geweest. “We hebben gefokt op varkens die zoveel mogelijk biggen konden grootbrengen”, vertelt Gerbert Oosterlaken, die een gesloten bedrijf heeft dat 600 fokzeugen en 2000 vleesvarkens telt. De vleesvarkens worden op een gewicht van 115 kg verkocht.
Samen met andere varkenshouderijen besloot Oosterlaken tweeënhalf jaar geleden om de kraambox open te gooien. De zeugen liepen dus los rond tijdens en na het werpen van de biggen. Omdat het los afbiggen minder goed ging, besloot Oosterlaken tijdelijk de zeugen tijdens het werpen weer op te sluiten om doodliggen te voorkomen. Na vier dagen zijn ze dan weer los. Bij 93% van de zeugen gaat de verdere kraamtijd goed. 5 tot 7% van de zeugen blijft vast omdat ze biggetjes vertrappen of dooddrukken. “Sommigen vinden het moeilijk om hun plek te vinden tussen al die kleintjes en als ze dan toch gaan liggen gebeuren er ongelukjes”, vertelt Oosterlaken.
Het experiment is er een van de lange adem. “Het gaat niet zonder slag of stoot en dat had ik ook niet verwacht”, stelt Oosterlaken. “Het kost tijd. We fokken zoveel mogelijk met de zeugen die voor 0% uitval zorgen, zodat er over een aantal jaren meer natuurlijke moeders zijn op ons bedrijf. Dat gaat lukken, want ik zie duidelijk dat de ene zeug het wel in zich heeft en de andere niet.”
Marktconcept
Het experiment, dat onder meer belangstelling kreeg uit Engeland en Duitsland, vergt flink investeringen in tijd en geld van de boeren. Dat heeft niet alleen met de hogere uitval van biggen te maken, maar ook doordat grotere hokken gebouwd moesten worden. Oosterlaken hoopt dat zijn manier van werken een marktconcept wordt, waardoor de boeren een gegarandeerde prijs voor het vlees krijgen. “De vlag gaat uit als er een reëele prijs wordt betaald. Dat is nog een hele stap. De consument is wel steeds bewuster, biologisch vlees is bijvoorbeeld een groeimarkt, maar of de consument ook daadwerkelijk meer wil betalen is maar de vraag. Als we overgeleverd worden aan de grillen van de markt, redden we het niet. Wij zitten in een kooi, de meeste boeren kunnen helemaal geen investeringen doen.”
Toekomst varkenshouderij
Wat Oosterlaken tot innovatie drijft, is de gezondheid van zijn dieren en het in de ogen kunnen kijken van de consument. “In 2013 hebben we een nieuwe stal gebouwd. Dat was een moment van overdenking: wat is de toekomst van de varkenshouderij?” Volgens Oosterlaken wordt de West-Europese consument kritischer en eist deze steeds meer dat dieren op een nette manier worden behandeld. “Wil je daar als boer niet in mee, dan wordt je steeds meer gedwongen om voor verre markten te produceren. Dat zijn landen die niet de luxe hebben om zich met duurzaamheid en dierenwelzijn bezig te houden.”
Met een goed gevoel de stal in
Oosterlaken, zoon van een varkensboer, zag een dergelijk scenario niet zitten. “Ik wil met een goed gevoel de stal ingaan. En dat doe ik nu.” Die stal is duurzaam gebouwd en heeft veel dichte vloeren zodat de lucht die de varkens inademen als ze liggen relatief fris is. De voeding heeft een minimale mineralenuitstoot. De biggen eten van de vloer, zodat ze leren en spelen. Oosterlaken reduceerde daarnaast het antibioticagebruik enorm, tot 10% van het Nederlandse gemiddelde. In de kijkstal van Hoeve de Hulsdonk, zoals het bedrijf van Oosterlaken heet, kunnen gasten zien hoe het eraan toe gaat op een varkenshouderij. Zij komen bijvoorbeeld tijdens het Weekend van het Varken langs en zijn volgens Oosterlaken meestal heel positief. “Een enkeling vindt dat het niet ver genoeg gaat.”
Magazine Visie op Varkens, JS Nederland