Wie en waarom

Als kind schreef ik in dagboeken. Over de bruiloft van een tante, mijn klasgenoten en het huisdier dat ik begeerde. Het was – al wist ik dat toen nog niet – een poging mezelf en de wereld beter te begrijpen. Schrijven was heerlijk om te doen, maar ook frusterend. Er was zoveel te vertellen, waar moest ik beginnen? En aan de andere kant vond ik veel gebeurtenissen het vermelden niet waard.

Precies in de spagaat tussen deze twee uitersten heb ik -na hbo en wo geschiedenis – mijn beroep gevonden. Altijd vraag ik me af: wat is de kern van dit verhaal? En doet deze tekst recht aan de gebeurtenis, geïnterviewde, organisatie of bedrijf?

Ellens Woordenschat verwijst naar mijn achternaam, en natuurlijk naar de woordenschat die nodig is om goede teksten af te leveren. Maar wat mij drijft om te schrijven heeft niets met kennis en schrijfervaring te maken. Het is een drang om de waarheid te vinden, wetende dat woorden slechts indirect wijzen naar de veelvormige realiteit. Taal legt de waarheid niet bloot, zo wist de Chinese Zhuang Zi al in de vierde eeuw voor onze jaartelling. ‘De dingen zijn zo omdat we ze zo noemen.’

Al schrijvend zoek ik naar de ruimte tussen de regels en voorbij de woorden. Want die ruimte raakt de lezer aan, doet hem glimlachen of fronzen. Daar doe ik het voor.